In de auteurswet staat geschreven dat je het auteursrecht krijgt op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. De wet verstaat onder deze brede begrippen de volgende werken:
en in het algemeen iedere creatie op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst, op welke manier of vorm het ook tot uiting is gebracht.
Ook aanpassingen, vertalingen, verfilmingen en andere bewerkingen vallen onder een werk van letterkunde, wetenschap of kunst.
Auteursrecht ontstaat vanzelf. Bij het begin van je werk, ook al is het een 'kladje', heb jij het auteursrecht in handen. Het is dus ook niet nodig (tevens ook niet mogelijk) om auteursrecht aan te vragen. Het is wel handig om kenbaar te maken dat jij de auteur bent van je werk, hier zijn meerdere mogelijkheden voor. Je kan je naam en de datum van het moment dat je het werk hebt gemaakt erop vermelden. Ook kan je het wereldberoemde 'copyright notice' gebruiken. Bijvoorbeeld ''© 2016 Jan Janssen''. Als je dit vermeld bij je werk, weet iemand die jouw werk wil gebruiken ook meteen dat hij of zij eerst toestemming aan jou moet vragen.
In Nederland, en in vele andere landen, bestaat er geen register waar auteursrecht in geregistreerd kan worden. Het is soms lastig om te bewijzen wie daadwerkelijk het auteursrecht heeft of wie de eerste was met het creëren van het desbetreffende werk. Het is dus handig om jouw bewijspositie van je auteursrecht te versterken. Dit doe je door op een adequate manier duidelijk te maken dat jij de eerste was die het werk heeft gemaakt. Een manier hiervan is om een aangetekende envelop naar jezelf sturen die een exemplaar, of een foto hiervan, bevat en die vervolgens dicht te bewaren. Ook kun je jouw bewijspositie met betrekking tot de datum versterken met een depot bij de notaris. Het nadeel hiervan is dat de notaris hier kosten voor in rekening kan/zal brengen. Er zijn ook andere commerciële diensten die je hierbij kunnen helpen. Het is niet te garanderen dat je na deze maatregelen een rechtszaak kan winnen. Het zijn wel sterke bewijsstukken. Mocht je ooit in een rechtszaak belanden en je hebt bewijs dat jij degene was die het desbetreffende werk eerder creëerde zal de tegenpartij met goed tegenbewijs moeten komen.
Als het werk dat jij gecreëerd hebt zonder jouw toestemming openbaar wordt gemaakt, aangepast wordt, of op een andere manier in inloop wordt gebracht, kun je hier uiteraard iets aan doen. Dit hoeft niet per se meteen via de rechter. Als aller eerst kun je de persoon die inbreuk maakt op jouw rechten een brief tot staking sturen. Als dit, na meerdere brieven, niets oplevert kun je naar de rechter. Het is wel belangrijk om een kopie van de gestuurde brieven te bewaren. Ik dit kan jouw bewijspositie versterken.
De rechter kan verdere verspreiding of aanpassingen verbieden, maar ook de verdachte strafrechtelijk vervolgen. Artikel 31 van de auteurswet luidt als volgt: ''Hij, die opzettelijk inbreuk maakt op eens anders auteursrecht, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.'' Een geldboete van de vierde categorie bedraagt maximaal 20.500,- euro. Mocht er winst zijn gemaakt door degene die inbreuk heeft gemaakt op de rechten van degene met het auteursrecht in handen, kan de auteursgerechtigde vorderen dat de genoten winst aan hem wordt afgestaan. Ook als de rechten van de oorspronkelijke maker zijn overgedragen aan een ander, kan de maker beroep maken op zijn persoonlijkheidsrechten. Dit kan direct bij degene die de rechten heeft, maar ook via een rechterlijke uitspraak.
In artikel 37 van de auteurswet staat dat het auteursrecht vervalt na zeventig jaar vanaf de eerste januari na het sterftejaar van de maker. Als meerdere personen het auteursrecht bezitten over een werk geldt dat het copyright vervalt na zeventig jaar vanaf de eerste januari na het sterftejaar van de langstlevende hunner. Als de maker van een werk niet is aangeduid vervalt het recht zeventig jaar na de rechtmatige openbaring van het werk. Hetzelfde geldt als een werk gemaakt is door een openbare instelling, een vereniging, stichting of vennootschap. Bij filmwerken zijn de volgende personen van belang: de hoofdregisseur, de scenarioschrijver, de schrijver van de dialogen en de componist van de muziek. Ook hier geld dat zeventig jaar na de langstlevende persoon, gerekend vanaf de eerst volgende januari, vervalt het auteursrecht.
Als er meerdere mensen aan een werk gewerkt hebben, berust het copyright in de handen van alle mensen die hier aan mee gewerkt hebben. Dat wil zeggen dat voor het openbaar maken en het verveelvoudigen van het werk de toestemming van alle medeauteurs nodig is. Het komt wel eens voor dat er onenigheid ontstaat over wie het recht nu in handen heeft. Dit is makkelijk te voorkomen door, voor het creëren van een werk, duidelijke afspraken te maken op papier. Bij het maken van filmwerken zijn vaak heel veel mensen betrokken. Het copyright bij films ligt hierdoor iets anders. Er wordt wettelijk vermoed dat alle medeauteurs van een film hun rechten overgedragen hebben aan de filmproducent. Hier staat tegenover dat de filmproducent wettelijk een vergoeding verschuldigd is aan de medeauteurs van de film. Het auteursrecht van de componist van de filmmuziek blijft bij de componist en gaat dus niet over op de filmproducent.
Meer info vind je ook op: http://www.hetnieuweuitgeven.nl/
Terug naar overzicht